Pas tekstgrootte aan: A A+ A++

Bewonersplatform Zuidas

Voor wie is Zuidas?

Op woensdagavond 5 september vond in het Multifunctioneel Centrum aan de A.J. Ernststraat een bijeenkomst plaats met de supervisoren van de Zuidas, georganiseerd door het bewonersplatform Zuidas.

De bouwkundige supervisor van de Zuidas, de heer bOb van Reeth, heeft daarbij antwoord gegeven op vragen van bewonersorganisaties en genodigde wijkraadsleden en leden van de Stadsdeelraad. Tot onze verrassing bleek juist een tweede supervisor aangesteld te zijn, de heer Paul van Beek, met een speciale opdracht voor de openbare ruimte. Ook de heer van Beek was aanwezig op deze avond.

De supervisoren van de Zuidas zijn aangetrokken om adviezen te geven over de verhoging van de kwaliteit van de bebouwing en van de openbare ruimte, zodat een echt centrum ontstaat dat vloeiend overgaat in de aangrenzende wijken. Door aanstellen van supervisoren probeert de organisatie van de Zuidas een nieuwe richting in te slaan, gericht op het in acht nemen van de menselijke maat in dit grootstedelijke project.

De heer van Reeth zal enerzijds de uitgangspunten zoals die zijn verwoord door zijn voorganger Pi de Bruin voortzetten en de uitwerking ervan begeleiden. Maar tevens is duidelijk geworden dat er meer onderlinge samenhang tussen de individuele gebouwen aangebracht moet worden. Tevens zal de invulling van de openbare ruimte een belangrijke bijdrage leveren om de eenheid van de Zuidas te bewerkstelligen. Dit betekent dat er correcties uitgevoerd zullen worden, met name in de grondbedekking en de huid van de gebouwen. In dit verband wordt door de heer van Beek toegelicht dat er nieuwe afspraken gemaakt zullen worden over de huid van de gebouwen. Het centrum van Amsterdam wordt gekenmerkt door bakstenen gevels. In het deel van de Zuidas dat nu gerealiseerd is, overheerst glas en beton. Dat leidt tot een koude uitstraling en een te zakelijk imago. Een mogelijkheid om dit af te zwakken is het gebruik van meer baksteen voor de gevels en minder grijze vloeren.

Culturele duurzaamheid

Het handelsmerk van de heer van Reeth is culturele duurzaamheid, waarvoor een aantal factoren van essentieel belang zijn. Naast de stedenbouwkundige footprint en het daarbij betrekken van de gevels van de gebouwen zijn installaties, indeling en afwerking voorwaarden voor een duurzaam en succesvol nieuw centrum. Door gebouwen te bouwen die van functie kunnen veranderen, wordt rekening gehouden met in de tijd evoluerende behoeftes. Een woning moet bijvoorbeeld kantoor kunnen worden en vice versa. Tevens is het noodzakelijk dat er genoeg openbare ruimte is, maar te veel openbare ruimte leidt tot openbare leegte. Desgevraagd acht ook de supervisor openbare ruimte duurzaamheid van belang.

De Zuidas heeft tot nu toe de omgekeerde weg gevolg. Er zijn eerst gebouwen neergezet en nu vindt herbezinning plaats. Door eerst te investeren in het stadslandschap, kan ruimte gemaakt worden voor dichte bebouwing. De waterberging die wordt uitgevoerd is hiervan een voorbeeld.

Op dit moment is een zesde deel van de Zuidas gebouwd. Het resterende deel is groot genoeg om middels differentiatie meer eenheid aan te brengen. Het resultaat moet een vanzelfsprekender stedelijkheid worden, wat zich onder andere uitdrukt in stadse `rommeligheid’. Pas als de Zuidas klaar is zal de levendigheid optimaal kunnen worden.

Vanuit de Zuidasonderneming i.o. wordt uitgelegd dat eerst de kantoren neergezet worden, omdat woningen niet te dicht aan snelwegen gebouwd mogen worden. Door een rij kantoren te bouwen, vorm je een geluidsscherm waarachter huizen gebouwd kunnen worden. Zodra het dok is aangelegd kan worden bezien of sommige kantoren omgebouwd kunnen worden tot woningen. De Zuidas mag niet slechts een internationale kantoorwijk worden, zoals dat in La Défense in Parijs is misgegaan. Er wordt dus nu al gebouwd aan de flanken, daar waar woningen kunnen blijven staan als het dokmodel toch geen doorgang vindt. Mogelijkheden tot functionele veranderingen van gebouwen en de uitwisseling met de openbare ruimte zijn kernelementen voor een duurzame toekomst. Nieuw ontworpen gebouwen moeten dierbaar worden door de monumentwaarde die ze mogelijk krijgen. Dat geldt ook voor de monumentale bomen.

Voor wie is de Zuidas?

Behalve voor bewoners en medewerkers van kantoren en voorzieningen moet de Zuidas ook attractief worden voor bezoekers van winkels, het theater, het museum, de voetbalvelden en sportaccommodaties. Voor de bereikbaarheid van deze plekken zijn routes gedefinieerd, waarbij de behoeftes van fietser en wandelaars voorop staan. Er worden oude wandelwegen hersteld. Over de ongelijkvloerse kruisingen bestaan verschillende inzichten. Tunneltjes bevorderen de doorstroming van fietsers en de verkeersveiligheid, maar zijn minder geschikt uit het oogpunt van sociale veiligheid en levendigheid. De menselijke maat zal de leidraad moeten zijn bij de besluitvorming hierover. Dit geldt eveneens voor de scheiding tussen privé en openbare ruimte en de daarvoor gehanteerde verhouding tussen hoog- en laagbouw. Hierin is al een verandering aangebracht door terrassen op de pleinen aan te leggen.

De voorstellen worden neergelegd in de Visie 2007 die binnen enkele maanden zal zijn afgerond. Bewoners worden uitgenodigd te zijner tijd op deze visie te reageren. De blijvende inbreng van bewoners zal noodzakelijk zijn omdat er bij zo’n groot project natuurlijk sprake is van in de tijd voortschrijdend inzicht.

Lees verder over: Flanken, Publicaties, Zuidasgebieden.